dinsdag 13 september 2011

Kort geschoten is altijd mis

Een hoekschop of corner bij voetbal is een manier om het spel te hervatten, waaruit rechtstreeks kan worden gescoord in het doel van de tegenpartij (Wikipedia).

Ja, ‘kán’ ja. Scoren uit een corner. Maar dat hoeft natuurlijk niet, hoor je De Boer denken. En al zeker niet rechtstreeks. Nee, het moet kort bij Ajax. En terwijl iedere supporter het hoofd in de handpalmen verbergt bij de zoveelste vruchteloze hoekschop, blijft Ajax onverstoord (te)kort schieten.

De korte corner. Je hoeft het de Ajacied eigenlijk niet meer uit te leggen. Theo Janssen sjokt van heinde ver naar de cornervlag om vervolgens met een korte pass Sulejmani aan te spelen. Deze dient de bal terug te geven aan Janssen, die hem vervolgens met inlopende verdedigers goed voor probeert te geven. Door druk van de tegenstander vindt die voorzet, die in eerste instantie al gegeven had kunnen worden, zelden plaats.

“Die korte corner nemen we bewust zo”, verklaarde Frank de Boer deze week. “We bestuderen de tegenstander goed. Heracles komt er na een corner snel uit, dat zag je toen we een keer een lange corner namen." Verbazing alom hier. Een kans tot scoren niet benutten omdat er een -aanzienlijk kleinere- kans tot een countersituatie aanwezig is? Dat soort enge, defensieve gedachtes hadden ze toch alleen in Eindhoven?

Het wordt tijd dat Theo Janssen het heft in eigen handen gaat nemen. Een speler met zo’n exceptionele trap zou een korte corner per definitie moeten weigeren. Deze man is in staat de bal panklaar op het hoofd te leggen van doorgaans prima koppers als De Jong, Vertonghen, Alderweireld of Sigthorsson. Of, als we écht willen verrassen, is er nog een andere variant. De lange corner, maar dan anders. De corner van Charlie Tully.

Charles Patrick Tully (1924 – 1971) was een Ierse voetballer die met zijn corner bijna nooit een teamgenoot bereikte, omdat ie dat ook niet voor ogen had. Mr. Tully had namelijk een specialiteit: de 'directe' corner. In een bekerwedstrijd met zijn ploeg Celtic tegen Falkirk scoorde hij direct uit een corner, waarna de scheidsrechter hem afkeurde. Tully moest de corner tot zijn eigen verbazing opnieuw nemen. Hij scoorde, wederom. Spelend voor zijn geboorteland Ierland, tegen de aartsrivaal Engeland, bewees hij dat het geen geluk maar wijsheid was. Hij legde de bal op de hoek der krijtlijnen en krulde de bal onaangeroerd in het netje. Voorafgaand aan die wedstrijd, in de spelerstunnel, had Tully een memorabele woordenwisseling met zijn directe tegenstander Alf Ramsey:

Tully: “What's it like to be an automatic selection for your country, Mr. Ramsey?”
Ramsey: “It's an absolute privilege, Mr. Tully.”
Tully: “Good, because you won't be one after today ...”

De corner van Tully was een Ajax-achtige corner. Vol durf, branie, ambitie en bovendien met de nodige precisie getrapt. Tully kon niet eens een korte corner nemen. Het wordt tijd dat de Ajacied met dezelfde eigenschappen als deze Ier opstaat en stopt zichzelf, z'n teamgenoten en z'n corner tekort te doen. Te beginnen met aanstaande zondag, tegen PSV.

Theo Janssen als Charlie Tully. De vraag in de spelerstunnel: “Hé, Strootman, hoe is dat nou? Vanzelfsprekend geselecteerd worden voor Oranje?“ En dan op het veld, terwijl elke Ajax-supporter alvast diep ademhaalt voor een aanstaande zucht: de lange corner. Zo eentje waar rechtstreeks uit gescoord kan worden.

En ach, als het niet ineens lukt, valt ie misschien wel per ongeluk op het hoofd van een Ajacied.