vrijdag 18 november 2011

Toen Ajax nog om voetbal ging

Louis van Gaal is geen aardige meneer. Dat denk ik als ik hem zie schreeuwen in mijn tv. En waarom kijkt hij toch altijd zo boos? Het zijn de ongecompliceerde gedachtes van een kind. Een kind dat niet veel maanden later, zonder enige rancune, die norse man toejuicht en bewondert. Een jongetje, trots gehuld in zijn rood witte trainingspakje, ietwat onzeker de vraag stellend aan de man langs hem: “We gaan winnen vanavond, hè pap?”

En of ‘we’ wonnen. We wonnen alles. In Nederland, in Europa en zelfs aan de andere kant van de wereld. In de tijd dat Ajax voor mij nog bestond uit een elftal, wat spelers op de bank en een trainer. Oh ja, en er was een baas van de club. Maar die zag je eigenlijk zelden op tv. Voetbal was een simpel spelletje, dat Ajax het mooiste speelde. Eenvoudig om verliefd op te worden, zonder daadwerkelijk te weten hoe de liefde geschreven wordt.

Zo’n vijftien jaar later zeg ik tegen mijn vader: “Het is fantastisch dat Cruijff terug komt. Die Van den Boog maakt Ajax kapot.” Weer een jaar later hoor ik mezelf zeggen: “Ik denk dat het goed is voor Ajax, als Van Gaal algemeen directeur wordt.” Een enkele dag later weet ik het niet meer, en ben ik bijna gevoelloos voor alles aangaande Ajax of eenieder die er iets over roept.

Goed. Laat Ten Have maar ‘oprotten’. Samen met die andere 'achterbakse' medecommissarissen. Net vier maanden lid van Ajax en dan een dolk in de rug van het grootste clubicoon ooit steken? Wat waren ze in Cruijffsnaam denkende? Johan is deze revolutie begonnen en moet de tijd en het vertrouwen gegund worden zijn karwei voort te zetten. Iedereen moet daar voor wijken ja!

Maar, anderzijds is Van Gaal misschien wel een droomkandidaat voor de functie van algemeen directeur. Een stuk beter dan de enige, ongeschikt bevonden, kandidaat van Cruijff: Tscheu La Ling. Cruijff bleef duwen, drammen en schitteren door afwezigheid. Laat hem maar zijn spullen pakken dan (bij zó’n icoon krijg je ‘oprotten’ gewoon niet uit je pen). Samen met Jonk, Bergkamp, Roy, Swart en de hele reutemeteut. Liefde voor Ajax? En dan meteen dreigen met vertrekken als het even moeilijk wordt? Help je dáár Ajax mee dan?  

Beide alinea’s jaagt wel een groep Ajacieden op de kast. Dat is er dus gaande bij Ajax. Verschillende kampen, allerlei belangen en de situatie escaleert tot ongekende hoogte. PR-mannetjes, juristen en vooringenomen tv-babbelaars mengen zich en supporters weten uit onstuimigheid niet wat ze moeten roepen en plaatsen zich lijnrecht tegenover elkaar. En misschien nog wel het ergste van dit alles: clubiconen worden zonder pardon geschaad en vallen bij bosjes van hun voetstuk. Helden waar je als jongetje tegen opkeek. Jezelf even in die waan latend als je je voetbalschoenen aantrok voor een wedstrijd met je maatjes. Vandaag ben ik Van Basten.

Blijkbaar valt voor elk bestuurslid en elk icoon wel een reden te noemen om diegene ‘op te laten rotten’. Het zal allemaal wel. Het maakt mij eerlijk gezegd niet meer uit wie die o zo beminde stropdas krijgt. Want elke dag dat die beslissing uitstel krijgt door deze anarchie, deze veldslag, is een dag dat ik een beetje minder van Ajax lijk te gaan houden. Elke dag dat deze genante rotzooi aan de gang is, vervaagt het gevoel van dat naïeve jongetje. Dat jongetje dat op de maandagavond met een trotse blik de kleedkamer van zijn voetbalteam binnenstapte. Omdat zijn Ajax weer gewonnen had. Gewoon, met een elftal voetballers en een norse trainer.