Ik zit op m’n oranje gekleurde stoeltje en ik ben er klaar voor. Ajax – VVV. Zo’n wedstrijd waar de gezonde, en vaak fijne westrijdspanning ontbreekt. Ik heb een houding van ‘laat maar komen die goals’ en deze houding wordt blijkbaar gedeeld door meerdere Ajacieden. Achter mij nemen enkele senioren alvast de uitslag door: “Nulletje of drie”. “Ja dat mag ik hopen ja. Maar ik zeg toch 4-0”. Het tekent de Ajacied, hooghartig en zelfverzekerd. Ik kan me vinden in de voorspelling van Senior B: 4-0 klinkt aannemelijk.
De spelers komen elk moment het veld op en ik kijk wat rond. Schuin achter de goal zit een jongen in een rolstoel. Het is vrij koud deze middag maar hij lijkt zich goed te weren met een dikke jas en een rood-witte sjaal. Ik denk dat hij misschien wel de beste plaatsen van het hele stadion heeft. Als Stekelenburg pasta met knoflook heeft gegeten zal hij het ruiken. De stadionspeaker roept om dat Luis Suárez na afloop van de wedstrijd gehuldigd zal worden. Dat wist deze jongen blijkbaar al. Hij steekt z’n armen in de lucht en toont trots z’n Ajax-shirt: ‘Suárez 16’.
“Wat een ongelofelijk laffe pot voetbal” hoor ik mezelf zeggen. Ajax is ondertussen weliswaar op voorsprong gekomen door El Hamdaoui maar het lijkt alsof beide partijen daar terstond tevreden mee zijn. “Kan iemand Enoh vertellen dat het geen zin heeft om een bal te veroveren als je hem daarna weer inlevert?”, aldus m’n tevens ontevreden kompaan.
Dit zijn van die momenten dat Ajacieden resoluut en kort door de bocht conclusies trekken over Ajax en de dienstdoende spelers. Siem de Jong schiet toch echt ogenschijnlijk tekort voor het Ajax-niveau (het beoogde niveau dan) en die Özbiliz is ook geen Messi blijkt wel. Het punt der onwederkeerbaar zeiken lijkt inmiddels bereikt. Sulejmani kan nu aan een solo beginnen en zes man passeren alvorens de keeper te verschalken met een lobje, en iemand zal onverstoord verkondigen: “Tjonge jonge, totaal geen oog voor z’n medespelers die jongen.”
Maar helaas kwam die solo er niet. En die tweede goal ook niet. Senior A, senior B en ik zitten er allen naast vandaag. De score moge dan in ons voordeel zijn en de punten geen enkel moment in gevaar, het is gewoon een klotepot. Een draak van een wedstrijd. Een schandaal voor het voetbal. Een belediging voor ons aller Ajax. Een kat in de zak voor de toeschouwer.
Het laatste fluitsignaal klinkt. Scheidsrechter Wegereef verlost eenieder uit z’n lijden. De wedstrijd heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat de man waar nu afscheid van genomen gaat worden niet zomaar te vervangen is. Ajax toonde vandaag aan de immer sleurende, altijd dreigende en bij vlagen geniale Uruguyaan nog altijd te missen. Het is of ze ‘t erom deden.
De waarschijnlijk in slaap gedutte Suárez staat inmiddels op het veld tussen z’n ex-collega’s. Danny Blind spreekt de aanvaller toe en deze bedankt op zijn beurt in het gebrekkige en voor hem karakteristieke Nederlands de Ajax-supporters. Vervolgens loopt hij een ereronde en schiet hij wat ballen het publiek in. Bij de korte zijde op Noord tikt hij de ballen rustig voor zich uit om ze persoonlijk aan enkele gehandicapte Ajaxfans te geven. Ik kijk naar het grote scherm en zie Suárez een bal overhandigen aan een glunderende jongen in een rolstoel. Hij laat z’n Ajax shirt zien met de naam van zijn held. De held waar hij zojuist een bal van kreeg.
Suárez passeert ons vak en schiet de ballen bijna plichtmatig het publiek in. Het roert me niet. Ik wil dat hij stil blijft staan en de dank en waardering van het publiek erkentelijk in ontvangst neemt. Ik wil met alle Ajacieden onophoudelijk ‘Suárez Wo Ho’ zingen tot hij beseft waar hij afscheid van neemt. De onvoorwaardelijke steun en liefde tussen een trots publiek en een trotse voetballer. De plek waar hij altijd welkom was, is en zal zijn. Ik wil het besef van pijn en geluk tezamen zien komen in z’n gezicht. Hij mag er een traan door laten.
Ik besef me dat dit teleurstellend is. Ajax neemt hier op een te karige wijze afscheid van z’n publiekslieveling. 159 wedstrijden en 111 goals vertelt een van de spaarzame spandoeken ons. Dat verdient meer dan wat gemonteerd vuurwerk. Uit niks blijkt dat hij de grote held van de afgelopen jaren was. We vergeten groots afscheid te nemen van een icoon, het beste paard van stal.
Suárez heeft 3,5 jaar voor deze club gespeeld maar zijn dromen reiken verder dan Ajax. Een scheiding was derhalve onvermijdelijk. En op deze toch al troosteloze dag nemen we voor Ajax-begrippen wat teleurstellend afscheid van een speler die ons vele momenten van trots en geluk schonk. Een speler die ons wat te dromen gaf. Dromen die helaas niet allemaal in vervulling kwamen. Maar toch, eentje zeker. Vandaag. De droom van een jongen met een sjaal, een shirt, een glimlach en een bal. Hij gaf deze jongen het mooiste afscheid denkbaar. Deze jongen zal Suarez nooit vergeten. En zelfs deze wedstrijd niet.
Suárez, buena suerte
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.